
“Daniël” verteld het verhaal van het koor “Cecilia” in een klein door God vergeten Zweeds dorpje. ’s Winters vriest het er ook overdag streng en stuift de sneeuw op metershoge duinen.
Dagelijkse bezigheden: hout kappen voor de kachel, een beetje roddelen in de winkel van Anne de Vet, donderdagavond koorrepetitie en op zondag luistert de hele goegemeente naar dominee Tsead Brandsma die hel en verdoemenis predikt.
Het is midden in zo’n dodelijk saaie winter dat Daniël Dareus zijn opwachting maakt. 297 dagen later zal het leven in dat kleine Zweedse dorpje nooit meer hetzelfde zijn. Daniël Dareus, wereldberoemd dirigent, door een hartaanval gedwongen te stoppen. Hij lijkt een volslagen vreemde in het dorp. Lijkt een vreemde, maar 49 jaar eerder is hij in ditzelfde dorp geboren. Hij verloor er zijn vader, werd er hardgrondig gepest omdat hij viool speelde, zo erg zelfs dat zijn moeder besloot met hem te verhuizen toen hij 7 was. En nu is hij terug, zonder doel, zonder reden. Natuurlijk wordt hij al snel geconfronteerd met de schimmen uit zijn verleden. Natuurlijk is het onvermijdelijk dat hij het zwalkende koor “Cecilia” onder zijn hoede neemt. Het blijft allemaal niet zonder gevolgen. De onderlinge relaties worden danig op de proef gesteld. De ondoordringbare sociale cirkel krijgt barsten en scheuren.
En Daniël?
Daniël overwint zijn angst.
Zijn angst voor het leven, zijn angst voor de liefde en zijn angst voor de dood.
Rolverdeling:
Daniël Dareus: Ad Laurijssen
Marcello (zijn impresario): Sjef Snijders
Dominee Tsead Brandtsma: Toon Graafmans
Inge (zijn vrouw): Gerda de Haan
Eugene: Sjef Snijders
Gabriëlla: Carla Bayens
Ferry (haar man): Freek Sprangers
Anne de Vet:Babbette Hasselt
Lena: Frederique Hasselt
Frederika:Noor van Gils
Homme: Quint Sprangers
Birgit: Minka Manders
Koorleden: Frank Koijen, Resy van Gils, Peter Vriens
Regie: Ben Sprangers